Aan de kust hebben we vaak de Franse taal nodig, en soms maken we Franstalige vriendjes op reis of in de straat. Sommigen van ons zijn stiekem jaloers op de kennis van het Frans van enkele klasgenootjes... Dus natuurlijk willen we Frans héél graag kunnen.Wij Franco'fans' (want zo heet ook ons werkboek) van 5A leren deze eerste weken vooral korte gesprekken aangaan, die starten met zinnen zoals 'Comment ça va?', 'Tu as quel âge?' en 'Tu habites où?'. Vooral spreken vindt de juf nu belangrijk, en ook dat we zelf goed weten wat we precies in het Frans vragen en antwoorden.
En als dat goed gaat... is er tijd voor wat spel!
In een kring geven we juf haar gekke pop aan elkaar door op het ritme van een Frans liedje over de getallen (hier oefenen we ook dagelijks op!). Wanneer de muziek stopt... o-ooh, dan worden we soms wel wat zenuwachtiger. Want dan moeten wij met de pop een vraag stellen - in het Frans, natuurlijk - aan onze buur. En die geeft daar dan antwoord op. Gelukkig mochten we nog wat spieken in ons boek, maar het zou wel fijn zijn als we die wat later minder nodig zouden hebben! Regelmatig herhalen is dus de boodschap.
Voor het verlaten van de klas, rolt juf voor elk van ons nog even met haar dobbelstenen. Zo oefenen we ook op de vervoeging van enkele werkwoorden. 'Je suis, tu es, il est, j'ai, tu as, il a, ...', en hop, 'à demain!'
P.S. Op deze blog bij 'Kidswijzer' vind je alle audiofragmenten van de dialoogjes. Zo kun je
ook thuis oefenen op een goede uitspraak. Veel succes!
